Een loopbaan blijkt een zoektocht met omwegen. Met misschien een wonder in het verschiet. Hopelijk hebben nieuwkomers ook iets aan die gedachte


Het begeleiden van nieuwkomers met hun CV’s en LinkedIn profielen roept allerlei vragen bij mij op over hoe loopbanen eigenlijk gaan. We willen graag allemaal van A naar B in een rechte lijn. Dat lukt nieuwkomers niet. Maar wie wel? En zijn omwegen ook niet ergens goed voor? Gedachten die misschien troost bieden voor zij die harde keuzes moeten maken, zoals nieuwkomers.

Sinds een aantal maanden stuurt de organisatie Open Embassy nieuwkomers door die vragen hebben over hun cv en of hun LinkedIn profiel. We videobellen, vaak is een overvol AZC hoorbaar op de achtergrond. Ik heb er nu 9 begeleid als vrijwilliger. Geen aantal om grote conclusies aan te verbinden maar wel genoeg om op mij veel indruk te maken.

Hun ervaringen maken duidelijk hoe het nu is voor mensen die voor het eerst aan het werk gaan op een veeleisende arbeidsmarkt als de onze. Terwijl veel Nederlanders last hebben van keuzestress, hebben zij last van het omgekeerde. Er valt nauwelijks iets te kiezen.

Nieuwkomers willen niets liever dan werken

De nieuwkomers die ik spreek zijn hier gekomen om iets van hun leven te maken. Maar hun leven staat al een jaar 5 of 6 stil. De reis hier naartoe ging niet in een keer. Tussendoor verbleven ze bijvoorbeeld in het Midden-Oosten, in een kamp in Turkije of werkend in een van de Arabische landen. In Nederland aangekomen wachten ze op de toekenning van een verblijfstatus, dan van een gemeente waar ze zich kunnen vestigen. Ze doen de inburgeringscursus en hebben Nederlandse les. Sommigen gaan weer een opleiding doen, anderen willen liefst meteen aan het werk.

Langzaam maar zeker verdampen hun dromen. Hun werkervaringen en opleidingspapieren worden hier lager gewaardeerd dan gedacht. Marketingervaring in Jemen is iets heel anders dan in Nederland. De computer-ervaring opgedaan in vluchtelingenkampen in Turkije is hier moeilijk uit te leggen. De universitaire opleiding wordt hier gewaardeerd als een 3-jarige HBO-opleiding. Het VWO als HAVO. Intussen is de druk om te slagen groot. Familieleden informeren per WhatsApp hoe het staat met het werk en hun woonsituatie.

Bijgestelde plannen

Als ze bij mij aankloppen, hebben ze hun plannen al bijgesteld. De ingenieur uit Jemen die in Maleisië zijn universitaire titel haalde en niet terug kan door de oorlog, hoopt dat hij ergens stage mag lopen. Zijn studie wordt als 3 jaar HBO gewaardeerd en de computerprogramma’s die hij gebruikt, blijken te verschillen van de programma’s die hier voor ingenieurs vereist zijn. De verpleegster in opleiding uit Oeganda is blij als ze ergens in een winkel aan de slag kan. Een eind twintiger met enige ervaring als leraar in Syrië vestigt zijn hoop op ‘iets administratiefs met Excel’. De voormalige studente bedrijfskunde, is bezig met een MBO-opleiding als financieel administratief medewerker en wil graag part time aan de slag.

Forse taalbarrières staan tussen de nieuwkomers en hun inmiddels bescheiden wensen. Hun beheersing van het Engels, waar ze trots op waren, blijkt hier ontoereikend. De Nederlandse taal is helemaal een obstakel. Geen of onvoldoende Nederlands spreken betekent niet door een sollicitatieprocedure komen. En niet werken betekent geen mogelijkheden om de taal dagelijks te oefenen. De cirkel is vicieus.

Sinds Corona hebben de nieuwkomers 2 keer per week online les. Een 29-jarige vrouw zegt, als ik haar een complimentje maak over haar Nederlands: ‘Nee, mijn Nederlands is niet goed, dat weet ik. Het is het afgelopen jaar slechter geworden.’

Specialisaties en eisen

Natuurlijk kent Nederland allerlei initiatieven om nieuwkomers verder te helpen bij hun integratie. Sommige bedrijven bieden stages of werkervaringsplaatsen aan. Ngo’s verzorgen ICT-opleidingen die naar werk moeten leiden. Elk initiatief heeft zijn eigen procedures en voorwaarden. De nieuwkomers worstelen zich door een woud aan websites waarop dat allemaal wordt uitgelegd. Ze doen vrijwilligerswerk in de hoop dat dat een opstap is naar betaald werk. Maar die omweg is ook niet zonder risico, ze kunnen te lang in vrijwilligerswerk blijven hangen.

De Nederlandse arbeidsmarkt biedt op het oog veel mogelijkheden. De lijst met beroepen is eindeloos. Maar bij alle mogelijkheden horen ook weer specifieke eisen. Wie niet precies de juiste vooropleiding en werkervaring heeft, valt al snel buiten de boot.

Scherp contrast

Bij elk gesprek wordt het contrast scherper tussen de nieuwkomers en mijn andere clienten. De laatsten zijn doorgaans hier geboren en getogen Nederlanders die een kruispunt naderen in hun werk. Ze willen van baan veranderen, moeten van baan veranderen, willen voor zichzelf beginnen of zijn onrustig over de toekomst. De gesprekken met deze klanten draaien om het maken van de juiste keuzes, over hoe hun netwerk kan helpen. Over waar ze over 10 jaar willen zijn. Over doelen, zinvol werk willen doen en bijdragen aan de samenleving. We praten over een opmerkelijke breuk in hun loopbaan of een gebrek aan de juiste opleiding dat hen dwars zit. Mijn advies is vaak om een als hinderlijk ervaren element niet weg te laten en te verstoppen maar juist om het een goede plek te geven. Omdat het ook een leerervaring is. En omdat het ze uniek en onderscheidend maakt.

Moet ik dit wel opschrijven?

Bij de nieuwkomers speelt het omgekeerde. Moet ik wel opschrijven dat ik met een promotie bezig ben aan een universiteit in China, vraagt de één. Als ik een baan van een half jaar in het Midden-Oosten aanpak, raak ik dan mijn huis kwijt, vraagt de ander. Een vrouw die zich tot Corona redde achter de kassa van McDonalds door een paar zinnen uit haar hoofd te leren, vraagt wat ze op haar cv moet zetten over het niveau van haar Nederlands. Weer een ander: Kan ik mijn eerste naam Mohammed niet beter weglaten?

Hun problemen gaan niet over uniek en jezelf durven zijn maar over het verdoezelen van overkwalificatie. Over het niet uitspreken van ambities en het afleiden van de aandacht voor een taalachterstand.

‘Iets administratiefs’

Met de nieuwkomers bespreek ik hoe Nederlandse werkgevers kijken naar een CV of LinkedIn profiel. In onze formele samenleving gaat het niet om een oom van een oom van een neef die je misschien aan een baan kan helpen en die voor jou besluit wat het beste is. Hier moet je boven komen drijven in een stapel met kandidaten waaruit een werkgever kan kiezen. Dan helpt het niet te zeggen dat je ‘iets administratiefs’ wilt doen, want dat kan worden opgevat als desinteresse in plaats van bereidwilligheid. In Nederland kun je beter benadrukken welk probleem je kunt oplossen voor je baas. Het draait al snel om die ene vaardigheid, bijvoorbeeld een computerprogramma.

Een ander talent optillen

Als je een taalachterstand hebt, moet je vooral een ander talent optillen. Dat kan het Arabisch zijn, hoewel je juist graag aan je Nederlands en Engels zou willen werken. Dat ook kan de ervaring met integratietrajecten zijn, die je geschikt maakt voor een organisatie die mensen naar werk begeleidt. Terwijl het je droom is om in de internationale handel aan de slag te gaan.

Andere talenten kunnen beter minder belicht worden. De afgestudeerde psychologe haalt daarom een streep door gedetailleerde informatie over de vakken die ze volgde en de stages die ze deed. Door er uitgebreid op in te gaan, roept ze het beeld dat op ze eigenlijk iets heel anders wil dan de baan als administratief assistent waarop ze nu solliciteert.

Verstop maar even een deel van jezelf

Nieuwkomers zijn veelal blij zijn met het concrete advies, maar er zit natuurlijk een pijnlijke kant aan. En die is zichtbaar in hun gezichten. In feite help ik mensen door te zeggen: verstop maar even een deel van je zelf. Wel praktisch maar ook akelig, en niet zonder risico. Stel dat de baan van hun dromen voorgoed uit beeld raakt. Stel dat iemand voorgoed blijft hangen onder zijn of haar niveau in een rol die eigenlijk niet goed voelt.

Het verlangen

Ik worstel er zelf ook mee. Hoe erg is het om in eerste instantie een heel andere weg in te slaan? Ik sla er Adriaan Hoogendijk op na. Hij is één van de grondleggers van de loopbaan coaching in Nederland en auteur van verschillende boeken, waaronder “Loopbaanzelfsturing. Bezieling en vitaliteit”. Hoogendijk schrijft over het verlangen diep in ons om iets te betekenen. ‘Wat je niet moet doen is je verlangen opgeven,’ schrijft hij. Hij haalt het beeld aan van mensen die hun dagen uitzitten in een baan die ze al lang niet meer willen. Zij gaven hun verlangen op.

Maar wat nu als het niet anders kan dan een baan nemen die niet is wat je echt wilt doen? In het leven is niet alles haalbaar en voor die gevallen adviseert Hoogendijk: ‘Maak je niet afhankelijk van het resultaat van je verlangen. Laat je verlangen niet los maar wel de krampachtigheid ervan en blijf intussen een wonder voor mogelijk houden.’

Omwegen maken

Je verlangen niet loslaten? Wat heeft een nieuwkomer daar nu aan, was wat ik eerst dacht. Maar hoe langer ik er over nadenk, hoe meer ik de wijsheid zie die erin schuilt. Loopbanen gaan zelden in een rechte lijn. Veel mensen stellen op een goed moment hun wensen bij. Ze maken omwegen. Daarover gaan juist de gesprekken met de 40-ers, 50-ers en 60-ers die ik ook spreek. Ze waren bijvoorbeeld een tijd wethouder en hebben zoveel over zichzelf ontdekt dat ze niet terug willen naar het beroep dat ze daarvoor uitoefenden. Ze zijn niet meer wie ze waren.

Zelf wilde ik altijd in de journalistiek werken en kon ik me niet voorstellen dat daarbuiten iets belangrijk kon zijn. Tot de dag kwam waarop ik ontdekte dat ik daarbuiten mezelf ook kan verwezenlijken. Ik wilde altijd mensen helpen met informatie waar ze echt iets mee kunnen, nu help ik ze om zelf informatie te maken en online te verspreiden op een manier die hen helpt om op een voor hen zinvolle manier hun werk te doen.

Hopen een wonder

Het verlangen is dus onderliggend en kan op meer manieren worden vervuld. Maar dat hopen een wonder, kunnen nieuwkomers daar ook iets aan hebben als ze hun verlangen nu eerst moeten onderdrukken? Met Marjon Wijsman, loopbaancoach in Hilversum, heb ik het erover. Ze begeleidt veel jonge mensen  in haar praktijk. Zij denkt van wel. ‘Een wonder is dat er iets gebeurt dat je niet kunt controleren. Je kunt wel van alles bedenken maar een wonder is als er iets gebeurt dat je niet had voorzien en dat toch heel goed past bij wat er al is.’ In haar praktijk komen veel mensen die vastlopen in hun werk. Door te denken over een wonder kunnen ze uit het denken in problemen komen. ‘Ze gaan weer mogelijkheden zien.’

Ik vind het steeds meer een bemoedigende gedachte die ik mee wil nemen in de gesprekken met nieuwkomers. Laat nu los wat je graag wilt, via een omweg kun je misschien ook je doel bereiken. En dat doel kan er straks wel eens anders uitzien dan je nu denkt. Je weet het niet.

Ik ga het proberen en kom er vast nog eens hier op terug.

PS Heb je advies voor me naar aanleiding van dit artikel? Wil je meer weten over de begeleiding van nieuwkomers? Ik kijk uit naar je reactie

Meer Achtergrond