Dit artikel over content op sociale media verscheen in FD Persoonlijk, op 22 maart 2019, met de titel: Zo schep je orde in de informatiechaos

Onze schermen stromen vol met mail, nieuwsbrieven en socialemediaposts. Daar voelen we ons geregeld door bedolven, maar we doen er zelf ook aan mee. Begin dus bij jezelf: hoe stuur je effectiever informatie?
Als we het over informatieoverload hebben, is dat meestal in de vorm van geklaag. Wat doen anderen ons aan met al hun mails, appjes, sms’jes, nieuwsbrieven, posts en andere content op sociale media? Tegelijkertijd dragen we zelf net zo goed bij aan de dagelijkse tsunami. Naast ontvangers zijn we ook allen verzenders. En daar zit een belangrijke bron van onnodige berichten: ze verzenden is zo makkelijk geworden, eigenlijk te makkelijk.
Lees verder of ga direct naar de 4 principes →
Moos Lamerus (33), COO en partner bij MassiveMusic, een Amsterdams muziekbureau dat wereldwijd muziek produceert en componeert voor reclamebureaus, merken en media- en technologiebedrijven, omschrijft zich als ‘neurotisch georganiseerd’. Om overzicht te houden op wat er aan content op hem afkomt, beperkt hij zich voor werk tot e-mail en voor zijn sociale leven tot WhatsApp. Hij heeft geen accounts op sociale media, behalve LinkedIn. Alle notificaties staan uit. Hij checkt zijn mail op vaste tijden en besteedt gemiddeld twee minuten per e-mail, heeft hij eens uitgerekend. Het schrijven van mails die meer denk- en maaktijd vragen dan twee minuten, plant hij in zijn agenda. Een ‘don’t’ vindt hij lange e-mails: ‘Als je veel te vertellen hebt, kun je dat nooit in één keer doen. Dan kun je beter iemand met een korte tekst nieuwsgierig maken. En daarna een afspraak plannen om elkaar te bellen of zien.’
Lamerus heeft notificaties uit staan en checkt zijn mail op vaste tijden
Zijn collega Lodewijk Pöttker (44) ziet kans van ieder bericht een waar kunstwerkje te maken. Als executive creative producer maakt hij briefings voor muzikanten. Dat luistert nauw en daarom geeft hij precies de content die anderen nodig hebben om aan het werk te gaan. Hij deelt zijn tekst op in onderwerpen, gebruikt kopjes, witregels en bullets. Geen woord te veel, geen woord te weinig. ‘Ik ben echt een “sucker” als het om lay-out gaat’, zegt hij. Als iemand mij een bericht stuurt zonder hoofdletters, punten en harde enters, kijk ik er niet eens naar.’
‘Ik gebruik veel emoticons en ben altijd positief’
Bij Jennifer Sloan* (28) komt e-mail 24 uur per dag binnen. Ze werkt als adviseur voor een grote bank en krijgt dagelijks zo’n honderd mails, de eerste, uit Azië, zijn er al als ze ’s ochtends in bed op haar telefoon kijkt. Net als Pöttker zweert ze bij goed geordende berichten die gemakkelijk gescand kunnen worden door de lezer. ‘Ik maak tijd voor alles wat ik zelf schrijf’, zegt ze. ‘In een corporate omgeving loont het zeker de moeite, ik krijg dan eerder en beter antwoord op mijn vragen.’
Lamerus, Pöttker en Sloan laten zien dat effectief informatie zenden vooral een kwestie is van tijd en aandacht. Een lezer voelt haarfijn aan dat de verzender heeft geïnvesteerd. Hoe die laatste dat doet, laat zich uitleggen aan de hand van vier principes.
1. Wees interessant
Verdiep je in de lezer. Wie is dat? Wat wil die weten over het onderwerp waarover je schrijft? Kom meteen tot de kern. Ga voorbij aan voorspelbare gedachten, vermijd clichés. Maak iemand liever nieuwsgierig dan dat je hem platbombardeert met te veel informatie. Wil je meer vertellen en context geven, maak dan een apart document en neem de moeite interessant beeld te zoeken dat je onderwerp versterkt.
2. Wees persoonlijk
Persoonlijk is meer dan een lezer bij de voornaam noemen. Het betekent afstemmen op je lezer in toon en inhoud. Dat is ook belangrijk als je je op een groter publiek richt en geen voornamen hebt. Houd de lezer in gedachten. Copy-pasteteksten zal hij ogenblikkelijk herkennen als onpersoonlijk omdat ze niet op hem zijn afgestemd.
Een persoonlijke toon gaat ook over jou als verzender. Het betekent dat je je niet kunt verschuilen, maar zelf aan het woord bent. Laat zien waar je staat in een kwestie, maak duidelijk wat je verwacht van je lezer.
Persoonlijk kan ten slotte zijn, in weerwil van het imago: het gebruik van emoticons. Lamerus en Pöttker gebruiken ze vaak om de lading van iets te duiden. Lamerus: ‘Ik gebruik vaak emoticons, ik ben altijd positief en denk erover na hoe iets overkomt.’
3. Wees helder
‘Help de lezer te scannen’, zegt Pöttker. Door je tekst duidelijk in te delen op subonderwerpen en een heldere structuur aan te brengen, laat je zien dat je hebt nagedacht. Is je opbouw niet duidelijk, dan moet de lezer zelf aan het werk om te begrijpen waar het om gaat. De kans bestaat dat je mail niet wordt uitgelezen of dat je vragen terugkrijgt.
4. Wees betrouwbaar
Mail, tweet en toeter niet zomaar iets door wat je hebt gelezen en niet hebt geverifieerd. In tijden van fake news zit niemand te wachten op onnodige onrust. Maak je content ook niet spannender dan nodig is. En: gooi niet zomaar vragen over de schutting in de hoop dat anderen het antwoord weten. Sloan: ‘Als je goed gecomponeerde berichten stuurt en al denkwerk hebt verricht, word je meer vertrouwd en beter gelezen, is mijn ervaring.’
Noot:
*De naam Jennifer Sloan is om privacyredenen gefingeerd. Haar echte naam is bij de redactie bekend.
Meer lezen?
Bekijk het artikel Leer beter zoeken op LinkedIn + tips of lees hier Waarom op LinkedIn posten steeds meer zin heeft + 8 tips!
Meer Achtergrond