LinkedIn bestaat 20 jaar, de invloed van een verrassend netwerk


Op 5 mei 2003 ging LinkedIn van start. Het is het oudste en eigenlijk meest verrassende platform. Miljoenen mensen vonden een baan via LinkedIn. We leerden onszelf aan de man brengen en kregen een ongekende toegang tot andere netwerken. Wij veranderden door LinkedIn en het platform zelf veranderde in 20 jaar ook totaal.

LinkedIn bestaat 20 jaar, de invloed van een verrassend netwerk

Longread – 18 minuten

Het is 20 jaar geleden dat Tina Mitiguy aan een nieuwe baan kwam op revolutionaire wijze. Mitiguy, die in San Francisco woonde, had net een MBA gehaald en zocht een nieuwe baan in de marketing, ze dacht aan de medische sector. Een vriend adviseerde haar om een profiel te uploaden op een nieuw platform op internet.

Mitiguy had nog nooit van LinkedIn gehoord. ‘Ik vond het een beetje ontmoedigend, blijkbaar zou ik nooit een baan krijgen door gewoon mijn CV rond te sturen zoals ik van plan was.’

Een maand ervoor, op 3 mei 2003, was LinkedIn van start gegaan. Er waren 13 medewerkers. Van hun netwerk moest het platform het hebben. Je kon alleen lid worden als je een uitnodiging kreeg. Dat iemand een baan zou vinden

via dit online gezelschap, leek meer een grap dan iets anders. Tot Mitiguy een paar dagen na het uploaden van haar CV een baan kreeg aangeboden via LinkedIn. Opeens was er een harde indicatie voor de potentie van het netwerk. De medewerkers tipten een techschrijver die een bericht maakte, een redacteur van de Wall Street Journal las het en wijdde vervolgens een heel artikel in zijn gezaghebbende krant aan deze totaal nieuwe manier van werk zoeken en vinden via je netwerk. De opmars kon beginnen. 

Goed nieuws

Voor we naar dat wordingsverhaal gaan kijken, nog even FF naar het succes dat LinkedIn nu is. Op 5 mei 2023 wordt LinkedIn 20 jaar. Er valt die dag van alles te vieren, zoals:

  • LinkedIn is het oudste, bestaande sociale netwerk
  • LinkedIn is een financieel gezond bedrijf. Moederbedrijf Microsoft gaf over 2021 een omzet af voor LinkedIn van 10,6 miljard dollar en een operationele winst van 2,9 miljard dollar
  • Elke minuut worden op deze wereld 8 mensen aangenomen voor een baan via LinkedIn
  • 75 miljoen bedrijven hebben een account
  • LinkedIn is in 26 talen beschikbaar
  • Er waren in het 4e kwartaal van 2022 meer dan 850 miljoen gebruikers, waarvan 77 % buiten de VS
  • LinkedIn heeft niet de krimpproblemen waarmee Facebook en Twitter kampen.
  • Noch hun mega issues met fakenews en polarisatie.

Het Amerikaanse tijdschrift Fast Company maakte een mooie longread ter ere van de verjaardag. Hierin wordt LinkedIn geportretteerd als een onwaarschijnlijke kampioen. Niemand zag aankomen dat het wat saaie, relatief kleine platform aan een langer eind zou trekken dan de jongere kabaalmakers Facebook en Twitter. Een sociaal netwerk rondom het professionele leven van mensen werd gezien als een flinke strategische blunder in het Californië van 2003. Reid Hoffman, de man die vanaf dag 1 achter LinkedIn zat en nog steeds betrokken is, zegt het droogjes zo: ‘De niet zo spannende schildpad eindigt soms als eerste.’

20 jaar linkedin oudste platform

De donderwolk

LinkedIn is succesvol maar om het beeld compleet te maken, er zijn ook niet onbelangrijke keerzijden. Laten we beginnen bij de jonge gebruikers waar de sector om draait. De snelste schildpad heet nu Tiktok. Over een tijdje zal het weer een ander platform zijn want ook techbedrijven ontkomen niet aan de donderwolk die de wet van de remmende voorsprong heet. Nieuwkomers verzinnen nieuwe features, groeien snel en de oudere techbedrijven moeten er achteraan.

India en Zuid-Amerika zijn nog groeimarkten. Maar nieuwe markten uitbouwen én technologie doorontwikkelen tegelijk kost bakken met geld. Zeker nu AI een compleet nieuw scala aan

mogelijkheden laat zien. We zien ontslagrondes in de hele internetsector. Linkedin zit nog relatief goed als het om AI gaat, omdat moederbedrijf Microsoft een samenwerkingsdeal sloot met Sam Altman van OpenAI (het bedrijf achter ChatGPT). Maar het is tekenend dat ook LinkedIn in februari aankondigde staffuncties te gaan schrappen.

Om het minder vrolijke beeld af te maken. Oudere markten kunnen verzadigd raken. Neem Nederland. LinkedIn werd hier vanaf dag 1 enthousiast omarmd. Nu hangt het aantal actieve gebruikers al een paar jaar rond de 5 miljoen. Het aantal dagelijkse gebruikers nam in 2022 zelfs wat af, van 1,2 miljoen naar 1 miljoen volgens bureau Newcom. Om je heen hoor je vermoeidheid. Het gaat steeds meer op Facebook lijken, zeggen gebruikers.

Is dat zo en hoe zal LinkedIn zich verder ontwikkelen? Kunnen wij nog zonder LinkedIn? Kan de arbeidsmarkt nog zonder LinkedIn? Hoe zal het verder gaan?

Het experiment

We kunnen ons het leven zonder sociale media nauwelijks meer voorstellen. Maar tot 20 jaar geleden leefden we toch echt zo. Het Nederlandse Hyves, weet u nog, werd in 2004 opgericht, een jaar na LinkedIn dus. Facebook is ook uit 2004, Twitter uit 2006 en Instagram uit 2010. Ze zijn allemaal heel anders dan toen ze begonnen. Ze veranderen altijd. Terwijl jij dit artikel leest worden aanpassingen gemaakt. Over enige tijd zullen ze er weer anders uitzien en andere behoeften vervullen.

We hebben het vaak, en terecht, over de verslavende werking van sociale media. Daar tegenover staat het amechtige rennen van de platforms en hun legers met developers, achter de gebruikers aan. Sociale media worden nergens zo zenuwachtig van als van een nieuw platform dat gebruikers trekt. Neem de eendagvliegs Clubhouse, waardoor online groepsgesprekken opeens de hit waren en alle platformen daarin investeerden. Sommige probeersels blijven, anderen verdwijnen. Het is een permanente innovatierace.

Het resultaat is dat we sinds 2003 gezamenlijk in één groot maatschappelijk experiment zitten. Sociale media vormden de gebruikers en de gebruikers vormen de sociale media. Eerst boden ze online databases waarin mensen elkaar kunnen opzoeken en contact leggen, vervolgens stopten ze ons allemaal een megafoon in onze handen. Iedereen kan zichzelf verkopen, iedereen kan zich opeens overal mee bemoeien.

De start

De kickoff voor dit mega-experiment kwam van LinkedIn. Aan de basis stond Reid Hoffman, een afgestudeerde filosoof die rond de eeuwwisseling meedraaide in het techwereldje van Californië. San Francisco kwam bij van het uiteenspatten van de eerste internetbubble. Het was een rustige stad met een nostalgisch hippie sfeertje en betaalbare huren. Hoffman beleefde er zijn eerste startup avontuur met een datingsite die SocialNet.com heette en ging in 2000 aan boord bij de nieuwe betalingsdienst PayPal. Een gelukkige stap want PayPal werd al in 2002 werd gekocht door Ebay voor 1,5 miljard dollar.

Als directielid mocht Hoffman ook cashen. Hij vertrok om met vrienden aan iets nieuws te beginnen en de lesson’s learned van SocialNet in praktijk te brengen. De vrienden overlegden in zijn appartement boven een pizzeria. In San Francisco waren veel techies gebiologeerd door datingsites. Maar Hoffman en zijn vrienden kozen nu voor het bouwen van een zakelijk netwerk. Het was een markt waar niemand aandacht voor had. Maar Hoffman dacht bij zichzelf: Een loopbaan duurt bijna een leven lang.

LinkedIn oprichter Reid Hoffman in 2003
Reid Hoffman in de begintijd

De 6 graden van verwijdering

Een ander besluit was om het patent te kopen van sixdegrees.com. Dit platform was al in 1997 bedacht door ene Andrew Weinreich die aan de slag was gegaan met de fascinerende theorie dat mensen wereldwijd nooit meer dan 6 graden van elkaar verwijderd zijn. Ook wel de 6 handshakes theory. Weinreich wilde relaties tussen mensen indexeren in een grote database en was ergens in de uitvoering blijven steken. Het patent was te koop en Hoffman en een vriend legden 700.000 dollar op tafel.

Een patentaankoop was trouwens geen daad waarvoor je de handen op elkaar kreeg in het klimaat van blijmoedig, libertair geloof in technologie en vrijheid dat destijds San Francisco beheerste. Hoffman en co kregen het verwijt dat zij akelige patenttrollen waren, die de ongereguleerde markt wilden frustreren. Ze zetten toch maar door.

Opvoeden van gebruikers

Na het succes van Tini Mitiguy was het hard gegaan met de gebruikersgroei. In 2006, 3 jaar na de start, telde LinkedIn 8 miljoen gebruikers. Duidelijk was dat die moesten worden opgevoed. Mensen hadden geen idee hoe ze zich moesten gedragen op een online platform. Er waren heel wat drempels. Was je wel loyaal aan je werkgevers als je je een profiel aanmaakte? Als je iets wijzigde, kon iedereen dat dan zien? Hoe moest je omgaan met uitnodigingen? Wat te doen met mensen die je niet kende. Hoe vertel je over jezelf zonder op te scheppen?

Het hele besef dat je op sociale media in het openbaar bezig bent, moest landen. Dat leidde tot onhandig en soms irritant gedrag waarmee gebruikers ook mensen konden wegjagen. Het ontwikkelen van een nieuwe, zakelijke etiquette, zou een permanente bezigheid worden.

linkedin petra ter doest
Copyright: daar-om.nl

Een man van waarden

In 2009 schoof Hoffman door naar de Raad van Commissarissen en werd een nieuwe CEO benoemd, Jeff Weiner, die tot 2020 zou blijven. LinkedIn had inmiddels 30 miljoen gebruikers. Weiner bleek een man van waarden die gingen bijdragen aan het relatief gunstige imago van LinkedIn als het om gebruikersgegevens gaat. De medewerkers die Fast Company sprak voor het verjaardagsartikel benadrukken hoe Weiner altijd hamerde op de waarden van LinkedIn.

In de visie van Weiner stond de gewone gebruiker met zijn gratis account centraal. Die moest zich goed voelen. De missie werd: LinkedIn verbindt de professionals van deze wereld om ze productiever en meer succesvol te laten zijn.

Het positieve beeld rond Linkedin zou standhouden. Er waren veiligheidsproblemen in de vorm van gehackte profielen maar het platform lag nooit onder vuur wegens een bedenkelijke omgang met gebruikersgegevens. De website “Terms of Service; Didn’t Read” die zich toelegt op het doorvlooien van algemene voorwaarden van internetplatformen, vindt LinkedIn niet keuriger dan de andere platforms. Het geeft LinkedIn dezelfde slechte beoordeling als Facebook en de rest.

Als je ChatGPT, vraagt naar de reputatie van LinkedIn, krijg je het volgende antwoord: ‘Over het algemeen kan worden gesteld dat LinkedIn zich inzet voor de bescherming van de privacy en gegevens van zijn gebruikers, maar het is belangrijk voor gebruikers om zich bewust te zijn van de privacy-instellingen en om veiligheidsmaatregelen te nemen om hun eigen privacy te beschermen.’

De target-advertentie

Op internet werd de target-advertentie ontwikkeld. Hierbij richten adverteerders hun pijlen op geselecteerde groepen die voldoen aan bepaalde criteria, zoals leeftijdgroepen, locatie, beroep, belangstelling voor producten of diensten. Adverteerders gingen betalen per click. Websites en sociale platformen maakten er gretig gebruik van om inkomsten te generen. Gratis gebruikers, betalende adverteerders werd het businesmodel.

Facebook paste targeting ook toe, zo zouden we later zien, door gebruikersgegevens te verkopen voor politieke beinvloedingscampagnes. Bij het Brexit-referendum en bij de Amerikaanse verkiezingen van 2016 werd er gebruik van gemaakt. Het leidde tot grote schandalen en vervolgens tot strengere privacywetgeving.

Ook LinkedIn zette vol in op de targetadvertentie. Werkgevers met vacatures kregen de kans die gericht te plaatsen. Later zouden ook algemene advertenties een rol steeds grotere gaan spelen. Hierbij kunnen bedrijven via LinkedIn bij potentiële klanten onder ogen komen.

Abonnementen

Maar LinkedIn deed nog iets. Het introduceerde ook met succes een abonnementenmodel. Dankzij miljoenen gratis gebruikers die uit vrije wil hun zakelijke profiel goed bijhouden biedt de LinkedIn-database een uniek en goed doorzoekbaar overzicht van mensen, beroepen, opleiding, vaardigheden, werkgevers en nog veel meer. LinkedIn ontdekte dat bepaalde gebruikers hiervoor extra belangstelling hadden. Recruiters en salesmanagers willen contacten leggen om een zakelijke match te maken. De recruiter tussen vacaturebieder en baanzoeker. De salesmanager tussen zakelijke beslisser en een zakelijke dienst of product.

LinkedIn besloot generieke abonnementen te gaan verkopen met name aan deze twee soorten gebruikers. De abonnees gingen betalen voor extra zoek- en contactmogelijkheden in de database middels prijzige abonnementen.

Verrassende wending

In 2011 ging LinkedIn naar de beurs, de aandelen verdubbelden binnen een dag in waarde. Rond deze tijd werd besloten ook in te zetten op content, zoals goed te consumeren, doelgroepgerichte informatie in de mediawereld heet. Van een database met connecties en profielen werd het ook een contentplatform.

Hierbij zal een rol hebben gespeeld dat Facebook sinds 2008 LinkedIn ver vooruit was gesneld en Twitter LinkedIn rond 2011 begon in te halen. Zowel wat gebruikersaantallen als dagelijks gebruik liep LinkedIn flink achter. Bij de andere twee platformen viel een hoop te beleven. Bij LinkedIn was het maar een dooie boel, al werd dat door gebruikers ook wel als een voordeel beschouwd. LinkedIn kostte niet zoveel tijd als andere sociale media. De keuze voor content bracht een karakterverandering van jewelste met zich mee.

Op zoek naar verleiding

Maar de feed met berichten die je nu op de pagina Home van LinkedIn ziet, bleek niet zo eenvoudig wakker te kussen. Tot dat moment schreven alleen wat medewerkers een bericht. Hoe nu een dagelijkse stroom wisselende berichten te creëren, met betrekking tot de werkvloer?  Na een kortstondige samenwerking met Twitter ontstond het idee beroemde professionals te vragen of zij berichten wilden plaatsen. Virgin CEO Richard Branson had er wel oren naar, net als de Amerikaanse uitgever Ariana Huffington. De functie heette Pulse en hield in dat door LinkedIn geselecteerde beroemdheden en experts mochten bloggen. De term thoughtleadership die ook elders wel ingang vond, werd nu snel aan het LinkedIn vocabulaire toegevoegd.

Waarschijnlijk was het ingewikkeld voldoende sexy thoughtleaders te vinden. Want ook deze fase duurde niet lang. Het zal ook wel duidelijk zijn geworden duidelijk dat de aantrekkelijke content gebieds- en cultuurgebonden is. Er zat niets anders op: de gewone gebruiker werd aan het schrijven gezet. Welbeschouwd een hele stap. LinkedIn maakte de feed nu vrij voor berichten en artikelen van de doorsnee gebruiker. De professional moest over de streep worden getrokken om naast het werk een schrijftaak op zich te nemen.

De technische gamechanger

De technische gamechanger drong zich intussen van buitenaf op. De smartphone verdrong de computer als eerste scherm voor mensen om sociale media te gebruiken. Vanaf 2011 werd LinkedIn van desktop first een mobile first platform. Het bouwen van de verschillende versies van de LinkedIn app en het geschikt maken van alle servicepagina’s voor mobiel gebruik was een enorme operatie. Het zou jaren duren voor de LinkedIn app net zo goed functioneerde als de website. Die hindernis nam niet weg dat de twee bewegingen – naar content platform en mobile first – tezamen leiden tot de gewenste accelaratie van het dagelijks bezoek op LinkedIn.

De altijd beschikbare smartphone met zijn notificaties prikkelt gebruikers tot terugkomen, klikken en reageren en weer terugkomen. Waarde gedreven of niet, LinkedIn maakte van meet af aan flink gebruik van de verslavende werking van de rode balletjes.

Ook verscheen een nieuwe, verleidelijke concurrent op toneel. Het beeldrijke Instagram. Dit platform wist de camera waarmee de smartphone en de tablet waren uitgerust naadloos in het gebruik te ingreren. De oudere sociale media zagen het publiek gretig toehappen op de foto’s en video’s op Instagram. Insta begon in 2016 aan een groeispurt en haalde in 2018 LinkedIn in. Het tot dan toe niet beeldvriendelijke LinkedIn maakte nu ruimte voor meer beeld op profielen en in de feed.

LinkedIn bestaat 20 jaar, de invloed van een verrassend netwerk

Onderdak bij Microsoft

Tussen de bedrijven door werd LinkedIn in 2016, na een ongelukkige beurskoersontwikkeling, opgekocht door Microsoft voor 26 miljard dollar. Misschien speelde Reid Hoffman een rol, hij werd bestuurder bij Microsoft. Hoe dan ook kreeg LinkedIn de vrijheid een eigen koers te bepalen binnen dit grote concern. In de jaren daarna valt op dat LinkedIn meer gespitst leek op het toevoegen van functies van buiten dan met het pluggen van Microsoft-producten. Er werd druk geëxperimenteerd met features rond events, video, live streaming, een tweede, kortstondige berichtenfeed naar analogie van Stories op Instagram en een Clubhouse-achtige functie.

Maar gebruikers van een platform weten blijkbaar soms ook goed wat ze willen en wat niet. Lang niet alles bleef of werd een succes. In het algemeen kun je wel zeggen dat de entertainment functie van sociale media steeds groter werd. LinkedIngebruikers gingen klagen over de toenemende oppervlakkigheid van LinkedIn.

Nog meer content

De laatste jaren heeft LinkedIn opnieuw een flinke stap gezet op het pad van contentplatform. Het richt zich nadrukkelijk op zogeheten contentcreators. Dat is een verzamelterm voor professionals voor wie het plaatsen van berichten niet zomaar bijzaak is. Ze besteden er echt veel tijd aan. Het zijn veelal journalisten, ZZP-ers, gebruikers met een boegbeeldfunctie en influencers. Op Linkedin zie je ook activistische influencers. Ze berichten dagelijks over het klimaat, of over de slechte zorg voor armen. De content creators zijn de motor die voor een interessante activiteitenfeed moeten zorgen met hun berichten.

LinkedIn riep ook redacties in het leven voor verschillende taalgebieden die dagelijks berichten uit de feed selecteren en verder verspreiden. Er worden jaarlijks LinkedIn Top Voices aangewezen die het goede voorbeeld geven binnen een bepaald vakgebied. Het zijn allemaal ingrepen bedoeld om LinkedIn interessanter te maken. Hierbij hoort ook de introductie van de hashtag op LinkedIn. Het Twittertooltje bij uitstek. Door middel van hashtags kunnen schrijvers hun berichten herkenbaar en vindbaar maken op bepaalde onderwerpen.

LinkedIn safe haven

LinkedIn gold altijd als een safe haven. Op Facebook gierden de menselijke emoties terwijl op Twitter de gepolariseerde samenleving uitbotte. In de tijdlijn van Instagram triomfeerden fijne plaatjes en tegenwijsheden. Op LinkedIn ging het rustig en relatief inhoudelijk toe en dat was goed te verklaren. Waar de baas en de klant bij zijn, houd je je een beetje gedeisd.

Kortom, LinkedIn kreeg een eigen toon. Het bezwaar was wel dat LinkedIn een beetje saai was. Daarbij speelde een rol dat gebruikers moesten leren waar ze het over moesten hebben op dit platform. De verleiding was groot over hun eigen successen te beginnen en dat is natuurlijk spannend noch inspirerend. Een overmaat aan zelfpromotie is altijd een potentiële killer voor LinkedIn geweest. Het zal zeker hebben meegespeeld in de beslissing vaardige contentcreators meer ruimte te geven. 

Covid brengt emotie

Zoals het een goed experiment betaamt, kwam er onverwacht een onbekende factor tussendoor. Dat was Covid. De lockdowns waren van grote invloed op het denken over werk en loopbaan. Mensen namen afstand, letterlijk en figuurlijk. Ze verlieten de steden waar ze zich gevestigd hadden en gingen bij hun ouders wonen, of werkten vanuit krappe zolderkamers, omringd door wasgoed, kinderen, honden en katten of juist door grote eenzaamheid

Toen de lockdowns voorbij waren, nam een ongekende hoeveelheid mensen ontslag. Het geluid dat er meer in het leven is dan werk alleen, zwol aan. Op LinkedIn werd ruimte gemaakt voor deze nieuwe atmosfeer. Als dit is waar mensen mee bezig zijn, dan laten we dat zien, liet het platform weten. Op Home verschijnen sindsdien meer berichten over privé-situaties, over tegenslagen, dood en rouw. Er komen beelden voorbij van ernstig zieke mensen, in hun ziekenhuisbed en aan een infuus. Deze berichten krijgen op het oog veel steun maar er is ook verwarring. LinkedIn wordt warmer, emotioneler, meer privé. Meer Facebook. Niet iedereen vindt dit een prettige ontwikkeling. Het zou een rol kunnen spelen bij het licht afnemende dagelijks gebruik in 2022.

De professional als merk

In een groter tijdsbestek was er nog een trend met grote invloed op het experiment LinkedIn. In de buitenwereld had de werkgever voor het leven opgehouden te bestaan. Deels omdat mensen niet zo trouw meer zijn, deels omdat werkgevers dat aanmoedigden. Pensioenbreuken werden geheeld, Talent managers gingen werknemers wijzen op hun eigen verantwoordelijkheid voor hun loonbaan. Het aantal zelfstandigen explodeerde.

Kip en ei zijn hier moeilijk uit elkaar te halen maar de ontwikkelingen sloten hoe dan ook aan op de toenemende individualisering in de samenleving. LinkedIn oprichter Reid Hoffman had dit vroeg in de gaten. Met zijn vriend Ben Casnocha schreef hij in 2012 het book The Start-Up of You: Adapt to the Future, Invest in Yourself, and Transform your Career. Het boek werd een al snel een bestseller. De boodschap dat individuen zichzelf moest zien als een onderneming en de CEO van hun eigen carrière moest worden, sloeg aan. En LinkedIn was het platform bij uitstek om hier vorm aan te geven.

De kracht van zwakke links

Als Stanford student zal Hoffman ook bekend zijn geweest met de beroemde paper The Strength of Weak Links. Hierin schreef de Standford socioloog Mark Granovetter in 1973 dat netwerken, in weerwil van wat vaak gedacht wordt, meer gebaat zijn bij de zwakke banden die ze hebben dan bij de sterke banden. In een gesloten netwerk waarin iedereen elkaar kent en de banden sterk zijn, beschikt iedereen min of meer over dezelfde informatie. Bijvoorbeeld informatie over een nieuwe baan of inspirerende ontwikkelingen. In een open netwerk kent niet iedereen elkaar, de banden zijn zwak. Hier gaat nieuwe informatie makkelijker in en uit. Dit was de innovatieve kracht van LinkedIn: gebruikers kregen op nog eerder vertoonde wijze toegang tot de netwerken van anderen.

Maar hard bewijs ontbrak. Een oorzakelijk verband tussen arbeidsmobiliteit en zwakke links was nog nooit aangetoond. Totdat in 2022 een onderzoek werd afgerond waarbij 5 jaar 20 miljoen LinkedIn profielen waren onderzocht. Onderzoekers van LinkedIn, de National Bureau of Economic Research, Harvard, Stanford en MIT maakten hiervoor gebruik van de LinkedIn-functie ‘Mensen die u misschien kent’. Ze stelden ze vast dat de arbeidsmobiliteit toeneemt als iemand veel contacten in zijn netwerk heeft met wie hij niet veel andere connecties deelt. Zwakke banden leiden eerder tot een nieuwe baan.

De werkelijke verrassing van LinkedIn

Daarmee komen we op de waarlijk grote prestatie van LinkedIn. Het platform heeft de functies profiel, zakelijk netwerk en feed met elkaar verbonden. Het was niet altijd het doel van LinkedIn maar het is wel gebeurd. Gebruikers kunnen contact houden met hun netwerk en via hun ‘weak links’ ook met anderen. Dat creëert kansen voor iedereen in een omvang die we nooit eerder op de arbeidsmarkt hebben gezien.

Daarmee is LinkedIn een essentiële tool voor iedereen die zijn eigen loopbaan wil of moet regisseren. Het probleem is wel dat de tool aandacht en focus vergt. De meeste LinkedInners zijn niet opgeleid om het op een interessante manier te berichten over zichzelf en hun werk. Ze worstelen met hoe ze zich nu precies moeten en willen gedragen in de feed en hoeveel tijd ze erin willen stoppen. Jezelf is het moeilijkste onderwerp dat er is. Ook na 20 jaar LinkedIn blijft het ingewikkeld. Zowel voor de ouderen die niet opgroeiden met sociale media als voor jonge mensen die het lastig vinden om een eigen, authentiek geluid te laten horen.

LinkedIn oprichter Reid Hoffman 20 jaar later
LinkedIn profiel Reid Hoffman in 2023

Toekomst

Zal het platform er nog zijn als we weer 20 jaar verder zijn? En hoe zal het er dan uitzien? We kunnen met zekerheid zeggen dat LinkedIn niet zal blijven zoals het nu is. Alles is in beweging, het experiment met sociale media is nog niet klaar.

Gaan we allemaal betalen voor LinkedIn?

Praktisch gezien is er nu de kwestie van de verificatie van profielen. Twitter heeft daar al flink last van, getuige Musk en het gedoe met de blauwe vinkjes. In het kort komt het erop neer dat sociale media veel nepaccounts hebben en adverteerders geen zin hebben te betalen voor nepbereik. Musk vond zelf ook dat hij te veel had betaald. Maar het verifiëren van miljoenen accounts is een kostbare zaak. Elon Musk dacht slim te zijn door de zaken om te draaien: wie betaalt, wordt geverifieerd en krijgt een blauw vinkje waardoor duidelijk is dat zijn account echt is. Het vinkje-abonnement kost 8 euro per maand, of er interesse voor bestaat moet nog blijken.

De kwestie illustreert vooral dat het gratis karakter van sociale media niet gegeven is. De eigenaren zijn al lang geen libertaire types meer maar kapitalisten pur sang. Dat geldt ook voor LinkedIn.

Recht op data

Ongereguleerd zijn de markten waarop de platformen zich bevinden ook allang niet meer. Er is een sterke tendens onder Westerse overheden om regels uit te vaardigen die consumentenrechten versterken ten opzichte van de macht van de techbedrijven. Die overheden krijgen ook meer oor voor de grote eigenaardigheid waar sociale media activisten op wijzen. Namelijk dat techbedrijven rijk worden door de data die gebruikers af moeten staan. Niet de gebruikers maar de techbedrijven moeten maar eens gaan betalen, zeggen zij. Deze discussie is nog niet voorbij.

Hoe wij over werk en loopbaan denken

Het denken over werk, beroepen, loopbaan, de waarde van opleiding en beloning staat niet stil. We zagen dat al even naar aanleiding van Covid. Dagelijks buitelen nieuwe inzichten en ideeën als in een grote centrifuge over en door elkaar heen: minder nadruk op diploma’s en cognitieve vaardigheden, meer waardering voor praktische opleidingen en beroepen, meer oog inclusie en diversiteit, voor de balans werk – en privé, voor de noodzaak van mantelzorgers, voor het einde aan de groei, voor een brede welvaart. En last but not least, meer oog voor de jonge mensen die zich een nummer voelen in deze wereld en zich afvragen waarom ze een loopbaan moeten hebben als de wereld toch kapotgaat. De toekomstige gebruikers van LinkedIn zijn niet vrolijk gestemd.

Het is maar een opsomminkje van wat er speelt en niet volledig. Maar vast staat dat we voor een herziening staan van hoe we ons professionele leven zien. En dat zal zeker ook gevolgen hebben voor LinkedIn en wat we daar te zoeken hebben.

AI

Onvoorspelbaar maar hoe dan ook groot zal de invloed van AI zijn. Bij de kansen die het kan bieden hoort voor LinkedIn dat het via Microsoft dicht bij OpenAI zit. Een ander voordeel is dat Microsoft al een tijd bezig is te investeren in cloud capaciteit omdat het zeker weet dat met AI de honger naar serverruimte gigantisch zal zijn. Een kans is ook dat AI LinkedIn gebruikers kan helpen bij het maken van goede profielen en berichten. Bij een bedreiging door AI kun je denken aan affectieve AI die de emoties van gebruikers steeds beter zal gaan lezen en erop in kan spelen. Voor de hand ligt ook een vloed aan namaakprofielen en nepinformatie. Een vloed zo groot dat de sociale media zoals we die kennen hun waarde verliezen en worden weggespoeld

Bestaat LinkedIn nog 20 jaar?

Veel zal anders worden. Laten we daarom tot slot nog even kijken naar wat niet 1-2-3 zal veranderen. Dat is ten eerste het belang dat mensen hebben bij toegang tot andere netwerken. Tot werelden die groter zijn dan de mensen die we al kennen. Die toegang is een van de mooiste dingen die LinkedIn heeft gebracht en het bewaren waard. Het tweede dat niet zomaar zal verdwijnen is de megafoon in onze handen – die ons in staat stelt om ons publiekelijk te uiten. Daar ligt een grote uitdaging. Hoe kunnen we het netwerk-van-het-netwerk en megafoon bij elkaar brengen? Zodat we elkaar versterken. Hoe kunnen we een punt maken zonder anderen te beledigen dan wel te kwetsen? Hoe leren we ons beperken tot de onderwerpen waar we verstand van hebben? Hoe leren ons zo te uiten in het openbaar dat we effectief zijn in wat we echt graag willen bereiken?

Het is een zaak van onderwijs en lange adem. Wat we nu alvast nodig hebben zijn sterke voorbeelden, mensen die voordoen hoe we in de publieke ruimte contact kunnen houden met anderen op een manier constructief is. Daar ligt ook zeker een rol voor mensen die nu al getraind zijn in de publieke communicatie, zoals journalisten en politici. Zij kunnen anderen helpen een toon te vinden die positief en effectief is. Zodat we de onderwerpen die we echt belangrijk vinden steeds beter leren uitdragen.

Meer lezen

Meer achtergrond